Laatst bijgewerkt:

Sara

Eerst was er het slechte nieuws. De diagnose van onvruchtbaarheid. Een donderslag bij heldere hemel. De onderzoeken worden nog een paar keer overgedaan, maar de resultaten worden telkens opnieuw bevestigd. Het is eind juni en we gebruiken de zomer om verdrietig te zijn.

Later beginnen we aan een lange reeks IVF-pogingen. Wonderen gebeuren nu eenmaal, je weet maar nooit. Helaas, geen wonder voor ons deze keer. Het helpt wel op een andere manier. Om af te sluiten. Om te weten dat we echt alles geprobeerd hebben. We leren onze dokter beter kennen, zij leert ons kennen. We worden opgenomen in het reilen en zeilen van de fertiliteitskliniek. Er zijn weken van hoop, nachten van angst, momenten van eenzaamheid en uiteindelijk altijd weer het slechte nieuws.

Gelukkig vinden we troost bij elkaar. We onderzoeken de alternatieven. Eiceldonatie met gekend materiaal. De zoektocht naar een donor duurt lang en weegt zwaar. Een vriendin biedt zich aan. Het ziekenhuis waar we in behandeling zijn doet echter geen gekende donatie buiten de familie. We wijken uit naar een ander ziekenhuis, eentje waar ze soepeler zijn. De poging mislukt. Bovendien voelt de nonchalance van dit ziekenhuis niet goed aan.

Ondertussen gaan de jaren voorbij. We zijn moe. We keren terug naar ons eerste ziekenhuis en gaan akkoord met een anonieme donatie. We zijn dankbaar maar we worstelen heel erg met het gevoel van machteloosheid. Ik ben lastig, kritisch, boos, verward en verdrietig. Geen gemakkelijke patiënt. Tegelijkertijd voelen we het vuur van de hoop en de dromen weer opflakkeren.

Het lukt!

Wat er op dat moment door me heen gaat zal ik waarschijnlijk nooit kunnen beschrijven. Ik begin te huilen. Het is gelukt. We zijn aan de andere kant van de spiegel geraakt. Gelukkig duurt een zwangerschap negen maanden. Die tijd hebben we nodig om te beseffen wat er is gebeurd. Dat we verhuisd zijn van de droevige, donkere vallei van wensouders, waar we zoveel jaren hebben gewoond, naar het zonnige land van de jonge gezinnen. En hoewel we de mythe van de roze wolk zeker niet willen promoten, kan ons geluk negen maanden later niet op met die kleine jongen in huis.

Ik zal me altijd verwant blijven voelen met de inwoners van de wensouder-vallei. Vandaar dat ik hen graag probeer te helpen vanuit de vzw Donorfamilies. Maar mijn grootste engagement ligt nu bij mijn zoon. Hij zal altijd een donorkind zijn, met of zonder vragen over zijn afkomst. Het is deel van mijn taak om hem daarbij te helpen. Om samen met hem de woorden te zoeken om erover te praten. Om samen met anderen een stevig netwerk te vlechten dat ons zal helpen om op een rustige, zelfverzekerde manier om te gaan met donorconceptie en alle gevolgen die dat kan hebben.

Ik kijk ernaar uit om dat samen met jullie te doen.

Sara

sara@donorfamilies.be